Op 20 september 2007 heeft het bestuur van Het Kinderopvangfonds een
expertmeeting belegd. Doelstelling van de bijeenkomst was een gedachtewisseling
met deskundigen om de focus voor Het Kinderopvangfonds in de besteding
van gelden aan te scherpen.
Vier inleiders was gevraagd kort een stelling te presenteren vanuit de
vraag “Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de Kinderopvang en
wat impliceert dat voor de koers die Het Kinderopvangfonds zou kunnen
varen gezien zijn missie?” Naast de vier inleiders en het voltallige bestuur
waren aanwezig: Linda Rigter (FNV), Serv Vinders (adviseur), Martin van
Osch (Waarborgfonds), Anki Duin (interim secretaris WOK), Monique Wittebol
(kinderopvang Hilversum), Coby Goederond (Yunio kinderopvang), Lenny Versteeg
(MO-groep) en Bruno Bruins (voorzitter taskforce BSO). Alle aanwezigen
namen op persoonlijke titel deel aan de bijeenkomst.
Als dagvoorzitter trad Gijs van Rozendaal op, secretaris van het bestuur
van Het Kinderopvangfonds.
De bijeenkomst startte met een presentatie van onderstaande stellingen.
- Janneke Plantenga (hoogleraar)
Stelling: De primaire focus van Het Kinderopvangfonds zou niet moeten
liggen op een goed voorzieningenniveau vanuit het perspectief van
de ouders (en kinderen), maar op een goed voorzieningenniveau vanuit
het perspectief van de kinderen (en ouders).
Korte toelichting: Tegenwoordig
wordt kinderopvang gezien als dienst aan kinderen, voorheen als
dienst aan ouders. Het Kinderopvangfonds zou zich dan ook moeten
focussen op initiatieven die zorgen voor een goed voorzieningenniveau
voor kinderen. Dat betekent niet enkel een pedagogisch debat maar
bijvoorbeeld ook een debat over financiering. Op lange termijn is
een visie op de samenhang tussen school en opvang tevens een vereiste.
In de discussie werd hieraan toegevoegd dat je niet de illusie moet
hebben dat je als HK financieel wezenlijk iets kunt bijdragen op
het niveau van voorzieningen. HK kan wel een hele belangrijke rol
vervullen in het stimuleren en ondersteunen van de maatschappelijke
discussie hierover en de uitwisseling/actieve verspreiding van innovatieve
praktijken.
- Gjalt Jellesma (Boink)
Stelling: Het einde van de kinderopvang is nabij.
Korte toelichting:
Door de invoering van de Wet kinderopvang dacht men dat er marktwerking
zou ontstaan. Dit was een denkfout want ouders gedragen zich in
deze situatie niet als consumenten. Wil de kinderopvang als sector
blijven bestaan, dan zal ze een eigen kracht en richting moeten ontwikkelen.
Anders zal onderwijs de uitvoering overnemen. De focus op kwaliteit
is daarin cruciaal. In de discussie werd dit verder ingevuld vanuit
de ondernemers. Zij gaven aan dat met name energie gestoken moet
worden in de aansluiting tussen opleiding (vooral van nieuwkomers)
en arbeidsmarkt.
- Peter Stein (OCW)
Stelling: De overheid heeft een formele en afstandelijke systematiek
omdat ze bijna niet inhoudelijk aanvragen kan beoordelen. Het Kinderopvangfonds
zou juist extreem scherp moeten zijn in zijn inhoudelijke beoordeling.
Korte
toelichting: De overheid heeft ook subsidietrajecten. Door de rol
van de overheid kan er echter geen inhoudelijke beoordeling plaatsvinden
van trajecten waarop besluitvorming plaatsvindt. Er is immers altijd
de mogelijkheid van 'bezwaar- en beroepsprocedures' bij een inhoudelijke
beoordeling. Het Kinderopvangfonds heeft wel de mogelijkheid om zo
subjectief en selectief als maar mogelijk is keuzes te maken uit
de projecten die worden voorgelegd. Bepaal één thema, laat daar projecten
voor indienen en kies daar een aantal projecten uit die je ondersteunt.
- Guusje Dolsma (VNO-NCW)
Stelling: De doelstelling van Het Kinderopvangfonds ‘verbetering in
variëteit en kwaliteit van het aanbod aan kinderopvangvoorzieningen,
dat beter aansluit op de wensen van ouders’ vraagt (meer) ruimte
voor ondernemerschap en behoud van vraagsturing en marktwerking.
Korte
toelichting: Werkgevers betalen vanuit de nieuwe wet mee aan de kinderopvang.
Dat is prima maar betalen betekent ook meebepalen. Waarom zouden ze anders
nog willen bijdragen? Gezien de achtergrond van Kintent zou HK zich moeten
richten op het ondersteunen van innovatief ondernemerschap. Daarbij zou
het mooi zijn om je daarin niet te beperken tot één thema maar te focussen
op de meest innovatieve praktijken. Wel zou je accenten kunnen geven,
bijvoorbeeld richting participatie van vrouwen, aanpassing schooltijden,
cultuurverandering et cetera.
Discussie
Op bovengenoemde stellingen is vervolgens door aanwezigen ingegaan
waarbij de focus gericht was op de rol die Het Kinderopvangfonds in
de toekomst dient in te nemen. Dit leidde tot een geanimeerde en inspirerende
discussie. Hieruit is een aantal zaken voortgekomen (zonder dat hierover
unanimiteit bestond), namelijk:
- Wees subjectief in je beoordeling en toekenning.
Dit maakt ook het verschil met de subsidieronden van het ministerie.
- Kies voor thema’s.
Bepaal één of meer thema’s die een toegevoegde waarde hebben voor
de sector en laat partijen daar projecten voor indienen (met de variant:
reserveer ook een beperkt deel van je budget om juist kleine ad-hoc
aanvragen te ondersteunen die niet veel kosten maar wel heel leuk
zijn). Probeer ervoor te zorgen dat een gekozen thema bijdraagt aan
de versterking van de externe oriëntatie door de branche.
- Ondersteun projecten die sectoroverkoepelend zijn.
In de praktijk blijken veel projecten gericht op de eigen organisatie.
Vanwege subsidievoorwaarden wordt er vervolgens een overdracht beschreven.
In de kern blijven dit echter aanvragen om eigen problematiek op
te lossen.
- Ondersteun projecten die innovatief en experimenteel zijn.
Deze projecten kunnen het verschil maken en bij succes bijdragen
aan de ontwikkeling van de sector.
- Ondersteun kleinschalige projecten die succesvol zijn zodat deze
breed over de sector verspreid kunnen worden.
- Richt je op het stimuleren van het debat over opvoeding, vernieuwing,
schooltijden en het belang van kinderopvang.
- Zorg voor draagvlak.
Denk hierbij aan een panel c.q. adviesraad die meedenkt over thema’s
en projecten.
- Thema’s zouden kunnen zijn:
- Charmeoffensief van de sector. Ondersteuning aan projecten die
bijdragen aan een positief karakter van de sector.
- Aanpassing van schooltijden en opvangtijden waardoor de planning
en bezetting optimaliseren.
- Ondersteuning expliciete casussen zoals medisch kinderdagverblijven,
kinderen met achterstanden en dergelijke (voor 1-4 jarigen is dit
nog goed te organiseren maar in de BSO wordt dit in toenemende mate
een probleem).
- Kwaliteit en kwantiteit personeel.
Conclusie
Helder werd dat de criteria zoals deze op dit moment zijn geformuleerd
door Het Kinderopvangfonds te veel samenvallen met de criteria zoals
deze ook gehanteerd worden in de subsidieregeling van het ministerie.
Het bestuur van Het Kinderopvangfonds zal daarom op korte termijn,
mede op basis van de input van deze dag, komen tot een herziening van
zijn uitgangspunten voor het jaar 2008.
<= terug